This website requires javascript to function optimally. Please enable javascript in your browser settings.
In deze versie van de Cyclefit software kunt u vanaf 01-05-2024 geen metingen meer invoeren, heeft u nog geen login voor de vernieuwde software neem dan contact op met info@cyclefit.com

Meer informatie

Achtergrond:

om een beter inzicht te geven in de uitgangspunten van een Cyclefit positionering hieronder beknopt de gedachten achter de hoogte en lengte welke bepaald worden.

De juiste zadelstand

Fietsen is niet erg efficiënt vanuit het oogpunt van optimale benutting van de beenspieren. Slechts tijdens een deel van de pedaalslag kan door strekking van heup- en kniegewricht kracht worden geleverd. Desondanks kan ook met fietsen gestreefd worden naar maximale effectiviteit, zodat de trapbeweging het hoogst mogelijke rendement oplevert. Om dit te bereiken moet het buigen en strekken van knieën en heupen zich binnen bepaalde grenzen voltrekken. Een spier levert kracht door zich samen te trekken en dat is dan ook te vergelijken met een trekveer. Wanneer de uiteinden van de spier (veer)te dicht bij elkaar komen, wordt weinig of zelfs geen kracht meer geleverd. Naarmate de uiteinden verder van elkaar verwijderd zijn neemt de trekkracht toe. Wordt de spier echter overrekt dan verliest zij haarkracht. Om een soepele pedaaltred te kunnen handhaven, moet het zadel zo worden ingesteld, dat de knie niet volledig wordt gestrekt. Niet alleen functioneren bij een te hoog zadel de beenspieren niet meer doelmatig, ook zal het bekken teveel meebewegen, een beweging die zich voortzet in de wervelkolom, wat op den duur aanleiding tot rugklachten kan geven. Het zadel mag echter ook niet zo laag staan, dat de knie bij de hoogste stand van het pedaal te veel moet worden gebogen. Vanuit zo’n buigstand van de knie kunnen vooral de dijbeenspieren te weinig kracht ontwikkelen. De door Cyclefit geadviseerde zadelstand brengt niet alleen met zich mee dat optimaal kracht kan worden geleverd, ook wordt voorkomen dat spieren verkeerd worden belast. Uit verschillende testen is gebleken dat bij een onjuiste zadelstand het zuurstofverbruik groter is dan bij een optimale afstelling. Aangezien verbranding ontstaat wanneer vetten en suikers in aanraking komen met zuurstof betekent dit dat er meer energie wordt verbruikt dan voor dezelfde inspanning bij een optimale zadelstand. Wanneer men rijdt met een onjuiste zadelstand rijdt men dus al met een achterstand t.o.v. de rest.

Lange zit:

Kenmerkend voor de door Cyclefit geadviseerde fietshouding is de gestrekte zit. Deze houding is geschikt voor langere afstanden en ontlast polsen, nek en wervelkolom. Veel fietsers hebben nl. naast problemen als gevolg van een foutief afgesteld zadel, klachten die rechtstreeks te maken hebben met een te korte fiets. Cyclefit adviseert een lange voorwaarts gerichte zit, omdat door strekking van de rug, de lage rug en nek niet onnodig worden belast. Daarnaast zorgt een gestrekte rug voor verruiming van de borstkas waardoor het vermogen tot zuurstofopname toeneemt . Ook ontstaat door een voorwaartse kanteling van het bekken een stabielere zit. Daarnaast is een lange zit aerodynamischer.

Korte zit:

Bij een te korte zit is het in eerste plaats de gedrongen positie van de wervel kolom die aanleiding geeft tot rugklachten. Zo komt op de lage rug, het onderste deel van de wervelkolom te veel spanning te staan. Daarnaast moet de nek in deze positie een scherpere hoek maken om voldoende vooruit te kijken en hierdoor ontstaat kramp. In feite wordt met een te korte zit de gehele wervel kolom vanaf bekken tot aan het hoofd onder onnodig veel spanning gebracht en raakt de fietser verkrampt. Bovendien wordt de opname van zuurstof in deze houding beperkt omdat de borstkas wordt samengedrukt

Aandachtspunten:

Hoewel het Cyclefit programma zeer veel parameters meeneemt zijn er ook een aantal parameters die (nog) niet worden meegenomen, daar is het belangrijk op de volgende punten te laten

  • Beenlengteverschil

    In sommige gevallen wordt er door de fietser een beenlengte verschil gemeld. Cyclefit corrigeert hier standaard niet voor. In het geval van een beenlengte verschil moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen een werkelijk lengteverschil, of een lengteverschil ontstaan door een scheve houding. In het laatste geval kunnen oefeningen er namelijk vaak voor zorgen dat het verschil kleiner wordt en soms zelfs helemaal weg is. In dat geval is het niet raadzaam te compenseren voor het verschil omdat het dan kan zijn dat een fietser in een “scheve” positie wordt geforceerd. Is er sprake van een “echt” beenlengte verschil dan is het belangrijk om te weten of het beenlengteverschil in boven- of onderbeen zit, dit om de manier waarop hiervoor moet worden gecompenseerd verschilt. Bij een beenlengte verschil in het onderbeen is vaak een relatief makkelijke compensatie door plaatjes onder de schoen mogelijk. Is er een lengteverschil in het bovenbeen dan moet de oplossing vaak in het naar voren of achteren schuiven van het schoenplaatje worden gezocht. Ondanks al deze min of meer standaardregels adviseert Cyclefit bij een beenlengte verschil van meer dan 10mm eerst een sportarts / fysiotherapeut te raadplegen alvorens wijzigingen aan te brengen

  • Flexibiliteit bekken / onderrug

    Zoals elders te lezen gaat Cyclefit er van uit dat voor het aannemen van de juist houding het bekken in meer of mindere mate wordt gekanteld. Juist omdat de houding geadviseerd door Cyclefit de rug op deze wijze ontlast zal de houding ook voor mensen met rugklachten (hernia) goed aan te nemen zijn. Mocht de flexibiliteit in het bekken minder zijn dan is het eerste advies om het stuur wel hoger te zetten (maat N verkleinen), maar niet dichterbij.

  • Aflopende frames

    Zoals te zien op de voorgaande pagina’s wordt de door Cyclefit gegevens framemaat gemeten alsof het een traditioneel frame met een horizontale bovenbuis betreft. Dit betekend in de praktijk dat deze maat niet direct op het frame is te meten. Deze maat is wel te bepalen door de fiets op een vlakke ondergrond te zetten en dan een lange waterpas vanuit het hart van de balhoofdbuis te laten vertrekken, de waterpas horizontaal te houden en dan de afstand te meten tussen bracket en waterpas

  • Afwijkende vormen zitbuis

    Nu de aerodynamica van een frame steeds belangrijker wordt verschijnen er ook meer en meer frames met zitbuizen in afwijkende vormen op de markt. Dit kan een uitdaging opleveren bij het meten van de lengte van de bovenbuis. Hoewel er in verreweg de meeste gevallen nog steeds vanuit het hart van de balhoofdbuis tot het midden van de zitbuis / zadelpen kan worden gemeten gaat het Cyclefit systeem ook werken met de meer nauwkeurige maat die in het Engels reach wordt genoemd, dit is de lengte van de bovenbuis (horizontaal gemeten) vanuit het bracket tot het hart van de balhoofdbuis